Uit ons nieuwsoverzicht:

Dubieuze voorbeeldfunctie

Vorige week was historicus Tycho van der Hoog te gast bij sociëteit “De Vereeniging”. Hij houdt zich bezig met een weinig bekend, maar zeer fascinerend onderwerp, namelijk de banden tussen Noord-Korea en een aantal landen in met name zuidelijk Afrika.

In de jaren ’60 was Noord-Korea een voorbeeld voor veel Afrikaanse onafhankelijkheidsbewegingen, een relatief klein land dat zich had ontworsteld aan het Japanse en later Amerikaanse juk, een land dat de Korea-oorlog had overleefd en een land dat zich door niets en niemand de les liet lezen. Kim Il-sung, grootvader van de huidige Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, was een inspiratiebron voor veel Afrikaanse leiders. Ook herbergde Noord-Korea in de jaren ’60 en ’70 twee trainingslocaties voor onafhankelijkheidsstrijders, guerrilla’s en revolutionaire (in het Westen vaak gezien als terroristische) bewegingen.

Wat ook niet vergeten mag worden – zeker niet als we naar het Noord-Korea van nu kijken – is dat het land een florerende basiseconomie kende. Het land had voor de net onafhankelijk geworden landen meer te bieden dan alleen holle kreten. Noord-Korea had niet de middelen om deze landen op alle mogelijke gebieden te ondersteunen, zoals de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten dat tijdens de Koude Oorlog wel deden. Pyongyang hielp het revolutionaire karakter te versterken door de bouw van stalinistisch ogende monumenten.

Sinds de internationale gemeenschap Noord-Korea begin van deze eeuw sancties oplegde vanwege het nucleaire programma, is het voor Kim Jong-un, en voor hem zijn vader Kim Jong-il, steeds moeilijker geworden om internationaal zaken te doen. De nog bestaande vriendschapsbanden met landen in zuidelijk Afrika geven Noord-Korea toch nog enige manoeuvreerruimte om de sancties te omzeilen.

Een voetnoot bij de geschiedenis. Wellicht, maar wel een interessante voetnoot.

Tekst en foto: Hans-Peter Lassche